Hol en bol (maart 1955) heeft nachtmerrie-achtige kwaliteiten: waar is de ingang; gaan we naar boven of naar beneden; zijn we binnen of buiten? De constructie in het midden, waar twee perspectieven samen komen, geeft een duizelingwekkend gevoel.
Escher draait alles binnenstebuiten: boven wordt onder, buiten wordt binnen. De mensen, hagedissen en potten die hij in deze omgeving plaatst, verzetten zich tegen deze inversie. Het kijken naar deze figuren plaatst de kijker voor de onmogelijke taak om de holle en bolle wereld met elkaar te verbinden. Steeds opnieuw.
Lees meer over Hol en bol in het verhaal Eschers ruimte.