fbpx
Tickets bestellen
Adres
Lange Voorhout 74
2514 EH Den Haag
T: 070-4277730
E: info@escherinhetpaleis.nl

Een mysterieus landschap: Pettorano sul Gizio

Over de publiekslieveling Belvédère (1958) schreven mijn collega’s van Escher in Het Paleis al vaker. Het werk heeft een magische kracht die miljoenen liefhebbers van Eschers werk over de hele wereld raakt. Waar je op het eerste gezicht naar een fantasierijk gebouw denkt te kijken, daar blijkt het bouwwerk bij een tweede blik onmogelijk te zijn. Hoe kan het dat de ladder binnen begint en buiten eindigt? En waarom zijn de pilaren zowel aan de voor- als achterkant van het gebouw verbonden? Ook de figuren die het gebouw verkennen, dragen bij aan het mysterieuze karakter. Opvallend genoeg haalde Escher inspiratie voor deze personen uit het schilderij De tuin der lusten (1490-1500) van Jheronimus Bosch, een werk dat hij meer dan 20 jaar eerder al deels kopieerde. Met het Italiaanse berglandschap op de achtergrond is deze litho een verrassende mix van compleet verschillende elementen.

Niet alleen de voorgrond van Eschers litho is raadselachtig, het landschap op de achtergrond was dat voor lange tijd ook. Onderzoek heeft uitgewezen dat het landschap in Belvédère niet door Escher is bedacht, maar daadwerkelijk bestaat, en wel in Italië. Escher woonde meer dan een decennium in dit land en dergelijke vergezichten komen in veel van zijn vroege prenten voor, maar ook in later werk komen Italiaanse aspecten terug. Denk bijvoorbeeld aan de prominente rol voor het plaatsje Atrani in zijn driedelige serie Metamorphoses (1937, 1939-1940, 1967-1968) en het gelaagde Italiaanse landschap in de achtergrond van Waterval (1961). In het geval van Eschers Belvédère is net als bij Atrani de exacte locatie aan te wijzen, namelijk het plaatsje Pettorano sul Gizio. Dit dorpje bevindt zich in de regio Abruzzen, waar Escher onder meer in mei en juni 1929 uitvoerig rondreisde. Escher droomde ervan om naar aanleiding van deze reis een geïllustreerd boek over de Abruzzen te maken. Tijdens de reis maakte hij daarom talloze tekeningen van dorpjes als Scanno en Pettorano sul Gizio, waarvan hij er later in het jaar veel uit zou werken tot prenten. Uiteindelijk komt het boek niet tot uitvoering, maar met 6 prenten en 28 tekeningen als eindresultaat werpt de reis toch zijn vruchten af. *

M.C. Escher, Pettorano sul Gizio, krabtekening, oktober 1929
M.C. Escher, Belvédère, litho, mei 1958

Escher bezoekt Pettorano sul Gizio tijdens deze reis naar de Abruzzen met zijn goede vriend Giuseppe Haas-Triverio, met wie hij vaker rondtrekt door Italië en Corsica. Hun bezoek aan Pettorano sul Gizio is maar van korte duur: op woensdag 5 juni 1929 reizen de heren van Pescocostanzo via Rivisondoli en Rocca Pia naar dit kleine dorpje en op 6 juni trekken ze weer door naar het grotere stadje Sulmano. Het dagboek van Haas-Triverio laat zien dat hun verblijf in Pettorano sul Gizio niet eentje voor in de boeken is. Om 7 uur ’s avonds arriveren de heren in het dorp, maar bij aankomst blijken alle hotels vol te zitten. Uiteindelijk belanden ze bij een vrouw in een privékamer, die zo vies is dat deze in het dagboek uitvoerig wordt beschreven. ’s Nachts houden talloze insecten Haas-Triverio wakker en Escher heeft, in de hoop rustiger te kunnen slapen, veel insecticide gebruikt. Na een gebroken nacht vertrekken ze om te gaan schetsen:

“We zetten onze rugzakken in een klein en schoon restaurant en gaan op zoek naar onderwerpen. Eigenlijk hebben we weinig zin om te werken, maar het moet. Een olieschetsje. We eten in deze trattoria, en maken dan nog een werkje.” **

Waar Haas-Triverio een nu onbekende olieschets maakt, daar maakt Escher een tekening van Pettorano sul Gizio en de achterliggende vallei. De tekening heeft aandacht voor de blokvormige huisjes van het Italiaanse dorpje op de voorgrond, maar gelijktijdig is er veel ruimte voor de diepte van de Gizio-vallei en de hoge bergkammen. Deze voorstudie hielp Escher bij het maken van een meer gedetailleerde krabtekening in oktober van datzelfde jaar. De krabtekening bevindt zich in de collectie van Kunstmuseum Den Haag en de voorstudie in een Amerikaanse privécollectie.

In 1929 vloeien de houtsneden steeds makkelijker uit Eschers vingers, dus zoekt hij met de krabtekeningen meer technische uitdagingen op. Zijn krabtekeningen ontstaan naar aanleiding van zijn reizen door onherbergzame Italiaanse regio’s. Als onderwerp kiest hij naast Pettorano sul Gizio ook voor de plaatsjes Opi, Cerro al Volturno en Alfedena in de Abruzzen en Santa Severina in Calabrië. Deze krabtekeningen maakt hij op dik en ondoordringbaar perkament en zijn herkenbaar aan de zachte overgangen van het diepe zwart naar een vaak beige-goudachtige kleur. Ze lijken hierdoor bijna te gloeien in het donker.

Deze door Escher zelf bedachte techniek beschrijft zijn vader George Arnold Escher in zijn dagboek:

‘We bekijken de schetsen door Mauk gemaakt op zijn reisje in de Abruzzen en een daarvan te Steckborn uitgewerkt volgens een nieuw door hem uitgedacht procedé, nl. op dik en voor olie ondoordringbaar papier (perkamentachtig) een laag drukinkt en daarin door min of meer wegkrabben met een klein zakmesje tinten van verschillende helderheid te voorschijn brengen. ’t Is vooral geschikt voor donkere tekeningen, als van ’t inwendige van kerken en andere gebouwen, waarbij minder moeite vereist wordt om licht -dan om donker- voor te stellen.’ ***

Tijdens zijn bezoek aan zijn ouders komt Eschers goede jeugdvriend Bas Kist langs. Aan de hand van de krabtekeningen raadt hij Escher aan om litho’s te gaan maken, een advies dat hij zal opvolgen. De belangrijke keuze om lithografie te omarmen, wordt dus direct beïnvloed door de krabtekeningen. Sinds zijn studietijd had Escher geen litho’s meer gemaakt en daarom schakelde hij zijn oud-leraar H.B. Dieperink in voor wat technische tips. Daarna worden ze een permanent onderdeel van zijn scala aan grafische technieken. De krabtekeningen worden dat echter niet. Waarschijnlijk heeft dit te maken met Eschers voorliefde voor grafiek, waarbij hij zijn voorkeur geeft aan de reproduceerbaarheid van een litho of houtsnede boven het maken van een unieke tekening. Desondanks verdienen ze wel de aandacht: de krabtekeningen staan symbool voor zijn liefde voor het Italiaanse landschap en de blijvende invloed die het uit zou oefenen op zijn oeuvre. ****

Ondanks dat Escher op een gegeven moment de krabtekeningen laat varen, vallen ze goed in de smaak tijdens een tentoonstelling in Kunsthandel Martinus Liernur in Den Haag. Deze tentoonstelling in 1931 toont een doorsnede van Eschers werk na zijn studietijd: zowel zijn Bijbelse voorstellingen, de Emblemata-serie als krabtekeningen en prenten van Italië zijn vertegenwoordigd. Kunstcriticus Jos de Gruyter schrijft in Het Vaderland een uitgebreide recensie, waarbij ook Pettorano sul Gizio uitvoerig wordt besproken:

‘Stellig getuigen de litho’s en de verwante zoogenaamde krabteekeningen over het geheel van een grootere gevoeligheid. De litho’s no. 39, Stilo, colla Fiumara, no. 44 Klooster bij Rocca, Imperiale en no. 47, La Cattolica di Stilo in Calabrië, zou ik tot het gaafste en volkomenste willen rekenen van wat Escher tot dusverre presteerde. Het eigenaardige Pettorano sul Gizio (no. 50, boven den schoorsteenmantel) is evenwel boeiender en opzienbarender. De sfeer van het landschap, dat een maanlandschap gelijkt, is beklemmend. Men vraagt zich onwillekeurig af, wat voor wezens wel zouden kunnen wonen in die regelmatig opblokkende, cubische bouwsels op den voorgrond. Zeker geen menschen, want elk spoor van het levende, het huiselijke of warmbloedige ontbreekt. Het zullen steile, ongenaakbare wezens zijn, die zich in deze bijna mathematisch geconstrueerde, vierkante vestinkjes terugtrokken, om er een ascetisch, abstract leven te leiden. De teekening verdient veel lof; vooral het achterplan, met vallei, bergen en hemel is mooi, zuiver en strak gedaan.’ *****

Voor Escher moeten de krabtekeningen dus meer zijn geweest dan alleen een experiment, anders had hij ze bij Martinus Liernur niet getoond. Ze hebben een blijvende impact op zijn werk, omdat ze niet alleen leiden tot het omarmen van de lithografie, maar elementen ervan zijn ook een inspiratie voor latere prenten. Zo verschijnt de simurgh (het Perzische fabeldier dat kan spreken) uit de krabtekening Stilleven (1943) ook in de prent Andere wereld (1947) en Galerij (1946) en vinden we de vallei en bergen rondom Pettorano sul Gizio weer in Belvédère (1958). Dit typeert Escher, die soms opeens terug kan grijpen naar onderwerpen van decennia geleden. Bij Belvédère is dit maar liefst 29 jaar later. De invloed van Italië gaat bij Escher nooit meer weg.

M.C. Escher, Galerij, mezzotint, december 1946
M.C. Escher, Andere wereld, houtsnede en houtgravure in zwart, roodbruin en groen, gedrukt van drie blokken, januari 1947

Bronvermelding
* Leven en werk van M.C. Escher, onder redactie van J.L. Locher, Meulenhoff, 1981, blz. 34
** Gemeinsam unterwegs. Giuseppe Haas-Triverio und M.C. Escher, Beat Stutzer, Scheidegger & Spiess, 2024, blz 144-146 (vertaald door Marijnke de Jong en Beat Stutzer)
*** Leven en werk van M.C. Escher, onder redactie van J.L. Locher, Meulenhoff, 1981, blz. 34; Levensschets G.A. Escher, Nationaal Archief, inv. nr. 2.21.371, 97 (6 juli 1929)
**** Maurits C. Escher, een eigenzinnig talent, J.W. Vermeulen, Kok Lira, 1995, blz. 44-45
***** Houtsneden, litho’s en teekeningen door M.C. Escher. Bij Martinus Liernur, W. Jos de Gruyter, Het Vaderland. 8 oktober 1931

Gemeente kent krediet toe voor ontwerp nieuw museum Escher

De directie van Escher in Het Paleis is verheugd over het besluit van de gemeenteraad van Den Haag om een voorbereidingskrediet toe te kennen aan de verdere planvorming voor de verhuizing van de Eschercollectie naar de voormalige Amerikaanse ambassade op het Lange Voorhout in Den Haag. Dit is een eerste stap om tot een volwaardig en integraal toegankelijk museum door te groeien. Op korte termijn wordt gestart met de Europese aanbesteding voor het schetsontwerp voor het nieuwe museum.

“De toekenning van het krediet is een belangrijke stap op weg naar een nieuwe en inspirerende plek voor de Eschercollectie, waarin we nauw en goed samenwerken met de gemeente Den Haag.”
– Jet de Ranitz, voorzitter Raad van Toezicht Escher in Het Paleis / Kunstmuseum Den Haag

“Ons museum beheert ’s werelds grootste museale collectie van Escher. Met deze verhuizing krijgen wij de kans om tot een volwaardig en integraal toegankelijk museum door te groeien. Ik kijk ernaar uit om meer ruimte te geven aan hedendaagse makers die een dialoog aangaan met Escher, maar ook om meer scholen en publiek te kunnen verwelkomen dan op de huidige locatie mogelijk is.”
– Margriet Schavemaker, directeur Escher in Het Paleis / Kunstmuseum Den Haag

Eschercollectie

De gemeente Den Haag bezit meer dan 1000 objecten van de Nederlandse kunstenaar Maurits Cornelis Escher (1898-1972): een van de grootste collecties ter wereld van deze internationaal gevierde graficus. De collectie wordt beheerd door Kunstmuseum Den Haag. Sinds 2002 wordt deze collectie gepresenteerd en van educatieve programma’s voorzien in het museum Escher in Het Paleis aan het Lange Voorhout in Den Haag. Op deze locatie is het bezoek lineair gegroeid van 74.000 bezoekers naar 187.000 in het jubileumjaar 2023.

Paleis Lange Voorhout © Studio Gerrit Schreurs
Voormalige Amerikaanse ambassade van Marcel Breuer © Jan Versnel / Maria Austria Instituut

Een gevel vol vissen en vogels

Unieke schenking rondom Eschers tegeltableau op Amsterdamse villa

M.C. Escher is wereldberoemd geworden met zijn optische illusies, maar minder bekend is dat hij ook kunst voor de openbare ruimte heeft gemaakt. In de winter van 1959-1960 ontwerpt Escher een tegeltableau met vissen en vogels voor de Dirk Schäferstraat 59 in Amsterdam-Zuid, geïnspireerd door zijn bekende prent Lucht en water I (1938). Het tableau maakt hij in opdracht van Wolbert J. Vroom, een groot liefhebber van Eschers werk, die op zoek is naar een zwart-witte voorstelling om de gevel van zijn nieuw gebouwde villa mee te verfraaien.

De familie Vroom heeft recentelijk twee nog nooit eerder getoonde tekeningen van M.C. Escher aan het museum geschonken. Deze schenking omvatte ook een uitgebreide briefcorrespondentie tussen de betrokkenen en familiefoto’s van de onthulling van het tableau, waarbij Escher zelf aanwezig was. De objecten uit de omvangrijke schenking geven ons een blik achter de schermen bij de totstandkoming van een uniek kunstwerk uit Eschers oeuvre.

Een Escher of niets

Wolbert J. Vroom en zijn vrouw Antonia H.M. Dreesmann komen in 1959 in contact met Escher. Ze wonen bijna een jaar in hun nieuwe villa aan de Dirk Schäferstraat en willen hun gevel voorzien van een kunstwerk. Even denken ze aan een mozaïek, maar ze vinden het zwart-witte werk van Escher beter bij de moderne gevel passen. Als Dreesmann een afbeelding van Eschers werk Zwanen (Witte zwanen, zwarte zwanen) (1956) aan haar man laat zien, valt het kwartje. Later schrijft Vroom aan Escher: ‘Wij (mijn vrouw en ik) zijn beiden enthousiast over Uw werk en ’t wordt een Escher of niets.’

M.C. Escher, Zwanen (Witte zwanen, zwarte zwanen), houtgravure, februari 1956
M.C. Escher, Lucht en water I, houtsnede, juni 1938

Escher stelt voor om het tableau op zijn prent Lucht en water I te baseren, waarin vissen geleidelijk in vogels veranderen. Het ruitvormige ontwerp voegt beweging toe aan de rechte vormen van de moderne villa en Eschers vlakvullingen lenen zich goed voor een tegelpatroon. Al snel wordt de Delftse aardewerkfabriek De Porceleyne Fles (nu: Royal Delft) erbij betrokken, waar de tegels gemaakt worden. Hier werkt Escher vaker mee samen, onder andere voor betegelde zuilen voor de Johanna Westermanschool (nu: Maris College) te Den Haag en later ook voor het Baarnsch Lyceum.

Na een maandenlang proces wordt het tableau in het voorjaar van 1960 opgeleverd. De heer en mevrouw Vroom, Lau Peters (de architect van de villa) en M.C. Escher zijn bij de onthulling aanwezig. Het grote tegeltableau aan de Dirk Schäferstraat is ook nu nog steeds te zien.

Onbekende tekeningen

De kern van de schenking wordt gevormd door twee onbekende tekeningen, die een bijzonder licht schijnen op het ontwerpproces. Een van de ontwerptekeningen toont de zoektocht naar het juiste ontwerp voor op de gevel. Escher heeft twee varianten bedacht, namelijk een horizontaal en een verticaal ontwerp. Hij maakt een tekening van de façade en bedekt het horizontale ontwerp met een omklapbaar stukje papier met daarop de verticale variant. Zo waren de twee ontwerpen eenvoudig met elkaar te vergelijken en kon de opdrachtgever gemakkelijker kiezen. De uitvoerige briefwisseling uit de schenking tussen Escher, Vroom, De Porceleyne Fles en architect Lau Peters legt de spanningen rondom deze belangrijke keuze bloot. Er wordt lang gediscussieerd tussen de betrokken partijen welk ontwerp het moet worden. De architect wil graag het verticale ontwerp, om de hoogte van het gebouw te accentueren, maar Vroom en Escher houden voet bij stuk. Uiteindelijk valt zo toch de keuze op het horizontale ruitvormige ontwerp.

M.C. Escher, Gevelontwerp voor woonhuis familie Vroom (definitieve keuze), inkt en gouache, 1959. Schenking collectie familie Vroom
M.C. Escher, Ontwerptekening tegeltableau Dirk Schäferstraat 59, inkt en gouache, 1959. Schenking collectie familie Vroom

Zijn idee legt Escher vast in een meer gedetailleerde ontwerptekening, waarop hij met zijn bekende precisie de 75 tegels nummert. De pijl wijst aan waar Eschers monogram ‘MCE’ moet komen; zo kan fabrikant De Porceleyne Fles goed aan de slag. Hoewel het wat voeten in de aarde had, zijn uiteindelijk alle betrokken partijen enthousiast over het ontwerp, zoals blijkt uit een brief van De Porceleyne Fles aan Vroom: ‘Wij zijn het er allen over eens, dat dit tableau werkelijk een sieraad voor uw woning zal zijn.’

Tegelzetter De Porceleyne Fles bij de installatie, vintage ontwikkelgelatinezilverdruk, 1960. Schenking collectie familie Vroom
Installatie tableau, vintage ontwikkelgelatinezilverdruk, 1960. Schenking collectie familie Vroom

Een opdracht om mee naar huis te nemen

Voor Escher persoonlijk krijgt dit project nog een staartje, in de vorm van een blijvende herinnering aan de wand van zijn atelier: een kleiner tableau met dezelfde tegels. Vanzelfsprekend was dit aandenken echter niet. Ondanks dat hij met plezier aan deze uitzonderlijke opdracht heeft gewerkt, is Escher in het begin kritisch. Aan zijn zoon George en diens vrouw Corrie schrijft hij in 1959: ‘Daar zit waarachtig een brief in de bus van een “villa”-bewoner in A’dam Z. , die een blind muurvlak met door mij te ontwerpen RV-tegels wil laten versieren! Het zit verdomme in de lucht, dat gezeur met die tegels.’ Na een moeizaam traject rondom de betegelde zuilen voor de Johanna Westermanschool voelt Escher dus schroom om aan nog een ontwerp met tegels te beginnen. In de latere briefcorrespondentie tussen Escher en meneer Vroom is daar echter weinig meer van te merken. Escher heeft plezier bij het maken van de instructietekening van de verschillende typen tegels en zet zijn schouders eronder om tot een zo goed mogelijke uitvoering van zijn ontwerp te komen. Zijn enthousiasme over het eindresultaat blijkt uit het feit dat een kleiner tableau met dezelfde tegels dat De Porceleyne Fles voor hem maakt dankbaar door hem wordt ontvangen. Deze heeft nog jarenlang in zijn eigen atelier gehangen.

Niet alleen Escher was tevreden over dit kleine tableau. In de showroom van De Porceleyne Fles hing ook een proefstuk van het tegeltableau, om hun klanten te laten zien wat voor moois ze konden maken. Wanneer A.J. de Lorm, de directeur van Gemeentemuseum Arnhem (nu: Museum Arnhem), in 1964 een bezoek brengt aan De Porceleyne Fles, ziet hij dit tableau in de showroom. Hij is enthousiast en laat met toestemming van Escher en Vroom een kleinere versie voor de collectie van zijn museum maken, die identiek is aan het tableau dat Escher thuis had hangen. Het proefstuk uit de showroom van De Porceleyne Fles is rond 1990 aangekocht door het Rijk en bevindt zich momenteel in de collectie van het Nederlands Tegelmuseum in Otterlo.

Escher in zijn atelier met op de achtergrond zijn eigen tegeltableau, zonder jaartal
M.C. Escher, Tegeltableau met als voorstelling witte vissen en zwarte vogels, keramiek, 1964. Collectie Museum Arnhem

Vacature: stagiair Tentoonstellingen & Collectie (VERVULD)

4 dagen (32 uur) per week voor 6 maanden

Escher in Het Paleis toont de wereldberoemde, fantasievolle voorstellingen van de kunstenaar M.C. Escher (1898-1972). Met ruim 120 prenten zijn bij Escher in Het Paleis altijd de bekendste werken en een selectie van steeds wisselende grafiek uit het oeuvre van Escher te zien. Escher in Het Paleis spreekt een zeer breed publiek aan, van jong tot oud en door alle lagen van de bevolking heen. Het museum is gevestigd in het voormalige winterpaleis van Koningin-Moeder Emma. Het is in Den Haag het enige openbare gebouw waar de oude paleisfunctie nog te ervaren is.

Ter ondersteuning van de conservator zoeken wij vanaf medio februari 2025 een stagiair voor 4 dagen per week. 3 dagen per week ligt de focus van de stage op tentoonstellingen & collectie, 1 dag per week op marketing & communicatie rondom de tentoonstellingen.

Takenpakket:

  • Tentoonstellingen & collectie (3 dagen per week).
    • Ondersteuning van de conservator bij de dagelijkse werkzaamheden.
    • Meewerken aan tijdelijke tentoonstellingen, van concept tot installatie.
    • Bijdragen aan de zichtbaarheid van en kennis over de omvangrijke Eschercollectie.
    • Meehelpen met teksten schrijven over M.C. Escher en het winterpaleis van Koningin-Moeder Emma.
  • Communicatie (1 dag per week).
    • Het promoten van de tijdelijke tentoonstellingen en vaste collectie op sociale media en de website.
    • Ondersteuning bij de benadering van pers.

Wij bieden:

  • Een uitdagende en afwisselende stageplek in een koninklijke omgeving aan het Lange Voorhout, de mooiste laan van Nederland.
  • Een passende stagevergoeding en reiskostenvergoeding.
  • Ruimte voor eigen initiatief, verdieping en ontwikkeling.
  • Professionele stagebegeleiding op maat.
  • Inspirerende en gezellige collega’s en een prettige werkomgeving.
  • Een mooie opstap naar een carrière in het culturele veld.

Wij zoeken:

  • Een derde of vierdejaars HBO/WO bachelor- of masterstudent, bij voorkeur uit de richting kunstgeschiedenis, cultuurwetenschappen, museologie of geschiedenis.
  • Een beschikbaarheid van 4 dagen per week voor 6 maanden vanaf medio februari 2025. Overleg over de aanvangsdatum mogelijk.
  • Uitstekende schriftelijke en mondelinge vaardigheden in Nederlands (vloeiend of moedertaal) en Engels.
  • Affiniteit met M.C. Escher en/of grafiek.
  • Een goede onderzoeker met een vlotte pen.
  • Een aanpakker die precies en gestructureerd werkt.

Geïnteresseerd in een stage bij Escher in Het Paleis?

We ontvangen graag je cv en motivatiebrief voor het einde van 10 november. De sollicitatie vindt plaats in de middag van 20 november, dus hou deze datum alvast vrij in je agenda. Je sollicitatie mag je richten aan Judith Kadee, conservator, via conservator@escherinhetpaleis.nl

Escher in Het Paleis onderschrijft de Code Culturele Diversiteit en Inclusie. Wij zijn een organisatie voor iedereen waar we de variatie aan mensen dan ook stimuleren. Dit draagt bij aan creativiteit, relevantie en innovatie. We nodigen je van harte uit om te solliciteren.

Solliciteer!

Acquisitie naar aanleiding van deze vacature wordt niet op prijs gesteld.

Een vlakvulling als vloer

Sinds de tentoonstelling Net als Escher, die tussen november 2023 en maart 2024 geopend was, is in Escher in Het Paleis het opvallende modulaire tapijt van Studio Wae op de tweede verdieping te zien. Deze vloerbedekking geeft op een hedendaagse wijze vorm aan de nalatenschap van Escher. Studio Wae doet dat bovendien op duurzame en circulaire wijze door hier afvalstoffen voor te gebruiken.

Studio Wae is een vooruitstrevende ontwerpstudio die in 2017 is opgezet door Tynke van den Heuvel (1975), met als doel bewustwording te creëren op het gebied van grondstoffenhergebruik. Van productieafval maakt Studio Wae modern design, dat vaak geïnspireerd is door het werk van Escher. Escher in Het Paleis koos voor kleurrijke varianten van de Polygon Rug en City Flooring, waarin Escheriaanse patronen te ontdekken zijn.

De modulaire functie van de tegels past goed bij het werk van Escher. De vloeren van Studio Wae bestaan uit losse onderdelen, waardoor ze in elkaar vallen als een puzzel. De manier waarop de vormen op elkaar aansluiten, lijkt op de vlakvullingen waar Escher talloze varianten van maakt. Voor Escher is een vlakvulling een motief waarvan de buitenlijnen aan alle kanten naadloos aansluiten en het patroon daarom eindeloos door kan gaan. Eschers grote inspiratiebron zijn de bezoeken die hij brengt aan het Alhambra in de Spaanse stad Granada. Dit Spaans-Islamitisch fort en paleizencomplex is gevuld met allerlei mozaïeken met abstracte motieven, die hij gretig natekent en eigen maakt. Deze tekensessies vormen een belangrijke basis voor de vlakvullingen, die hij later steeds meer als kringlopen en metamorfoses opneemt in zijn werk.

De ontwerpen van Studio Wae lijken zo uit prenten van Escher te komen. Zowel het herkenbare kubussenpatroon van de Polygon Rug als het patroon op de galerij van de tweede verdieping komen als vlakvullingen voor in de prent Kringloop (1938). Deze prent is een vroeg hoogtepunt uit Eschers oeuvre: een perfecte samenkomst van de abstractie van een vlakvulling, de verandering van een metamorfose en de eindeloosheid van de verwonderende wereld die Escher schept.

M.C. Escher, Kringloop, litho, mei 1938
Foto: Gerrit Schreurs

Feel Free to Talk to Plants

Tijdens de tentoonstelling over Julie de Graag is er ook een installatie van Tina Iris Chulo te zien in de balzaal. In haar werk zoekt Chulo de verbinding met de natuurlijke wereld, een eigenschap die ze gemeen heeft met Julie de Graag en M.C. Escher. Ze verkent de relatie tussen mensen en alle andere levensvormen in Feel Free to Talk to Plants (2024), waarmee ze deze zomer afstudeerde van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK). Chulo ziet de relatie tussen mens en natuur steeds minder sterk worden, terwijl deze eeuwenoude connectie juist rust en reflectie kan bieden in onze huidige samenleving. De Kroatische kunstenaar vond inspiratie bij heksen en kruidenkenners, die rituelen gebruiken om hun band met de natuur te versterken.

Chulo zet de kunst van het vertragen niet alleen centraal in haar werk, maar ze laat die ook weerspiegelen in haar maakproces. Wekenlang heeft ze gewerkt aan de cyanotypieën in de donkere kamer van de KABK, de Haagse academie waar Julie de Graag ook heeft gestudeerd. Het trage fotografische proces van cyanotypie leidt tot een cyaan-blauwe afdruk en is een van de oudste fotografische technieken die er bestaat. Chulo schepte haar eigen papier en maakte zo talloze cyanotypieën van abstracte structuren, menselijke figuren en planten. Ze koos bewust voor medicinale planten en bomen met een symbolische historische betekenis, zoals distels en olijfbomen. Haar werk komt voort uit haar bewondering voor de natuur, die Escher en De Graag op hun eigen manier ook verbeeldden.

Tina Iris Chulo, Entanglement, cyanotypie, 2024
Tina Iris Chulo, Flying spell, cyanotypie, 2024

Publieksprogramma M.C. Escher & Julie de Graag

Escher in Het Paleis presenteert deze winter het werk van een talentvolle tijdgenoot van M.C. Escher: Julie de Graag. In 2024 is het 100 jaar geleden dat ze overleed. De kunstenaars delen een grote liefde voor de natuur, observeren de wereld om hen heen en verbeelden die op eigen wijze in grafiek. Met weinig details weet Julie de Graag de essentie te raken in houtsneden van planten, dieren en mensen. Haar werk hangt in deze tentoonstelling zij aan zij met dat van Escher. Bij de tentoonstelling is een breed publieksprogramma opgezet met een lezing over Julie de Graag en haar kring, rondleidingen door de tentoonstelling en twee linoworkshops voor volwassenen.

Lezing Julie de Graag en haar kring op 16 november
In oktober kwam het boek Bremmerianen. Julie de Graag en haar kring: tien kunstenaressen in Den Haag en Laren (Uitgeverij Fragment) uit, van de Nederlandse auteur Jan Paul Hinrichs. Over Julie de Graag is relatief weinig geschreven in de afgelopen decennia. Hinrichs’ boek is dan ook een waardevolle toevoeging aan de literatuur over deze kunstenaar. Op zaterdag 16 november gaf Jan Paul Hinrichs een lezing voor openingstijd in Escher in Het Paleis genaamd Julie de Graag en haar kring. Na een korte introductie over de tentoonstelling door assistent-conservator Mireille Linck heeft Jan Paul Hinrichs uitgebreid verteld over zijn zoektocht naar deze talentvolle vrouwelijke kunstenaars. Aansluitend was er een signeersessie.

Rondleiding door de tentoonstelling op 7 februari
Wil je meer te weten komen over wat het werk van Julie de Graag zo bijzonder maakt? Ga dan mee met een rondleiding door Mireille Linck, assistent-conservator en samensteller van de tentoonstelling. Ze vertelt er alles over op vrijdag 7 februari 2025.

Rondleiding 7 februari 2025

Workshops met rondleiding op 11 januari en 15 februari
Stilering staat centraal in de traditie van de Art-Nouveau. Hiervoor is goed kijken essentieel. Zowel Julie de Graag als M.C. Escher waren zorgvuldige waarnemers die naar de werkelijkheid konden tekenen. Vanuit die vaardigheid konden zij hun onderwerpen, bijvoorbeeld bloemen en planten, krachtig en vereenvoudigd neerzetten.

Op zaterdag 11 januari en 15 februari 2025 pakt Escher in Het Paleis uit met een speciale rondleiding door de tentoonstelling Julie de Graag én een linoworkshop. In deze workshop kun je een eigen ontwerp op een tas maken, geïnspireerd op de geliefde thema’s van De Graag en Escher. Doe je ook mee?

Workshop met rondleiding 11 januari 2025

Workshop met rondleiding 15 februari 2025

Restauratie Badkamer

Paleis Lange Voorhout is een monumentaal stadspaleis uit de 18de eeuw en wij hebben als museum de bijzondere taak om het paleis zo goed mogelijk te presenteren aan onze bezoekers en tevens te behouden voor de komende generaties. Om die reden wordt er veel zorg aan het paleis besteed en daar hoort ook bij om het hout- en schilderwerk in originele staat te houden en te conserveren. In september en oktober is de voormalige badkamer aan de beurt, op de eerste verdieping. Het houtsnijwerk wordt gerestaureerd en de kleuren op de historische betimmering worden teruggebracht naar de tijd dat het pand nog in koninklijk eigendom was.

Het houtwerk wordt weer in oorspronkelijke kleuren geschilderd, met een olieverf zoals die destijds gebruikt werd. Het plafond is nog van dusdanige kwaliteit dat dit alleen maar gereinigd hoeft te worden en het bladgoud dat daarop zit wordt gepoetst. Het bladgoud dat in de zalen is te zien, is echt goud. Het goud wordt geleverd op kleine blaadjes van 8 bij 8 cm. Met een gram goud kan een vierkante meter bladgoud gevormd worden. In de zalen van Escher in Het Paleis wordt 23,5 karaat goud gebruikt, op alle sierlijsten en lambriseringen in de ruimtes. Ambachtelijk, zoals het vroeger ook werd gedaan. Door de jaren heen is het goud beschadigd en plaatselijk overgeschilderd met goudkleurige bronsverf, waardoor het zijn oude glans heeft verloren. Het museum heeft besloten om dit weer in ere te herstellen.

De ondergrond waar het bladgoud op komt, zal eerst mooi glad en egaal worden gemaakt. Alle oneffenheden zijn namelijk te zien onder het goud. Daarna komt er op alle plekken waar het goud moet komen een gele ondergrondkleur, die lijkt op het goud. Dit is nodig omdat het goud zo dun is dat het een beetje doorzichtig is. Dus door een ondergrondkleur aan te brengen, bepaalt het restauratieteam als het ware de uitstraling van het goud. Als de ondergrondlaag droog is, brengt het team een soort lijm aan die ‘mixtion’ heet. Deze moet 12 uur drogen voordat ze het bladgoud kunnen aanbrengen. Na die 12 uur is het alleen nog kleverig en blijft het goud plakken aan de ondergrond. Dan kunnen ze beginnen met het plakken van alle kleine blaadjes goud. Elk blaadje overlapt minimaal met het volgende. Met een klein eekhoornhaarpenseeltje verwijderen ze al het goud dat overblijft. Dat vangen ze op in een bakje, zodat ze het kunnen hergebruiken in de profilering van het houtsnijwerk. Goud is kostbaar, dus het is belangrijk dat de verspilling minimaal is. Voor de lambrisering aan de onderkant van de muur worden rollen goud gebruikt die precies op maat zijn gemaakt.


Deze opdracht wordt uitgevoerd door Ruud Geers en zijn team van Geers Schilderwerken, die ook begin volgend jaar de voormalige zitkamer van Koningin-Moeder Emma zullen behandelen.

M.C. Escher en Tony de Ridder

Tijdens zijn leven verwierven niet alleen verzamelaars en liefhebbers werk van M.C. Escher; ook vrienden en familie bezaten zijn prenten. Zo ook deze litho Tekenende handen, die uit de nalatenschap komt van Antoinette Schottelius-De Ridder, beter bekend als Tony de Ridder. Recentelijk heeft Escher in Het Paleis dit werk in langdurig bruikleen gekregen en de bijbehorende correspondentie tussen Escher en De Ridder is tot onze grote vreugde geschonken aan het museum.

Tony de Ridder (1886-1971) was dichter en schrijver. Ze bracht een groot deel van haar leven door in het Gelderse Oosterbeek, waar ze de familie Escher leerde kennen. Als dochter van een predikant kreeg ze het christelijke geloof van jongs af aan mee en het zou de kern worden van haar leven. Ze gaf lezingen over het geloof, ze publiceerde erover en trad op als godsdienstlerares. Ook voor M.C. Escher: vanuit de Remonstrantse kerk gaf ze hem catechisatie van zijn zevende tot zijn twaalfde levensjaar. Er is niet veel bekend over de vriendschappelijke band tussen De Ridder en Escher, maar de graficus en de eigenzinnige dichter bleven decennialang met elkaar verbonden. Nog voordat Escher aan zijn opleiding tot graficus begon, maakte hij al zijn eerste linoleumsneden. Eén daarvan is zijn vroege ex libris voor Tony de Ridder, die Escher ontwierp toen hij ongeveer 19 jaar oud was. De initialen van De Ridder vertaalde Escher hier naar ‘Toom dit ros’ (‘Houd dit paard in toom’), waarbij het beeld refereert aan haar achternaam.

De Ridder blijft de jaren daarna op de hoogte van de ontwikkelingen in Eschers leven. Ze ontvangt in 1950 Eschers litho Tekenende handen, die hij aan haar opdroeg met de liefdevolle woorden: ‘Voor Tony de Ridder, met grote toegenegenheid 23-XI-‘50’. Ook in de jaren daarna onderhielden de twee contact. Dit blijkt onder andere uit een brief aan De Ridder uit 1961, waarin Escher zijn wens uit om weer naar Oosterbeek te komen. Zijn volle agenda weerhoudt hem echter om terug te gaan naar de plek waar hij als kind opgroeide. Drie jaar voor zijn overlijden corresponderen ze weer en Escher noteert De Ridders verjaardag in zijn agenda om deze niet te vergeten. Waarschijnlijk is er in de jaren daartussen en daarvoor meer contact geweest, maar bewijzen daarvan ontbreken. Het staat in ieder geval vast dat De Ridder en Escher elkaar niet uit het oog verloren zijn. De Ridder overleed op Eerste Kerstdag 1971, drie maanden later zou Escher haar volgen.

M.C. Escher, jaartal onbekend. Collectie Kunstmuseum Den Haag
Tony de Ridder, jaartal onbekend. Collectie Stichting Heemkunde Renkum

Stop de BTW-verhoging!

Aan de gevel van Escher in Het Paleis hangt vandaag een ‘kassabon voor de samenleving’: een 20 meter lange banner waarop iedereen kan zien wat de financiële gevolgen van de btw-verhoging zijn. De bon is een reactie op de plannen van het kabinet om de btw op kunst, cultuur, theaters, sportscholen, hotels, boeken en media te verhogen. Iets wat grote gevolgen gaat hebben voor ons allemaal.

Als huis voor kunst en cultuur wil Escher in Het Paleis er voor iedereen zijn. Het werk van M.C. Escher gaat over goed kijken, over ervaringen, over de wonderlijke wereld om ons heen. Kenmerken die het geschikt maken voor juist zoveel verschillende mensen. Laten we Escher dan ook bereikbaar houden voor iedereen. De actie is daarom een statement: stop de btw-verhoging!