Hier haken we in op data uit het leven en werk van M.C. Escher, kriskras door de tijd maar toch actueel. Geniet het hele jaar door van achtergrondverhalen, anekdotes en weetjes over deze fascinerende kunstenaar.
Het weer wil nog niet echt meewerken maar het is toch echt zo: vandaag begint de Lente!
Bij het werk van Escher denk je dan al snel aan vogels. Hij heeft er honderden gemaakt. In zijn houtsnedes, houtgravures en soms ook in een litho. Soms alleen maar meestal in een groep. Maar nog vaker in een hele vlakvulling, waarbij talloze vogels zijn bladspiegel vullen.
Op 18 maart 1960 legt Escher de laatste hand aan een van zijn meest iconische werken: de litho Klimmen en dalen. De prent was het resultaat van een bijzondere ideeënuitwisseling tussen de graficus en de Britse wiskundige Roger Penrose. Die laatste kwam voor het eerst in contact met M.C. Escher bij diens eenmanstentoonstelling in het Stedelijk Museum in 1954, die gehouden werd naar aanleiding van het Internationaal Mathematisch Congres dat jaar. Penrose was zwaar onder de indruk en hij begon al snel na te denken over zijn eigen onmogelijke beelden.
Vandaag begint de Boekenweek, een mooie gelegenheid om eens aandacht te besteden aan een fenomeen dat je steeds minder ziet: ex-librissen. Escher heeft er meerdere gemaakt in zijn leven, meestal voor vrienden en bekenden. De eerste maakte hij al op 17-jarige leeftijd, voor zijn eigen bibliotheek.
Dit exemplaar, uit 1946, was voor zijn overbuurman in Baarn, ingenieur Albert Ernst Bosman. Dat moet een boekenworm geweest zijn, gezien het exemplaar dat Escher in deze ex-libris verwerkt. Hij wist het toen nog niet maar hij zou nog veel te danken hebben aan deze buurman. Bosman zou hem namelijk in contact brengen met Hans de Rijk. De man van de vele pseudoniemen.
Op 5 maart 1965 ontving Escher de Hilversumse cultuurprijs. Ter gelegenheid daarvan hield hij een lezing waarin hij weer eens aantoonde hoe grappig hij kon zijn. Bij velen roept de naam Escher vooral het beeld op van die bebaarde, strenge en nauwkeurige man die in zijn atelier eenzaam zwoegt aan zijn zinsbegoochelende voorstellingen. Dat beeld bestond toen ook al en de graficus geeft ze in zijn lezing in eerste instantie ook gelijk:
"Van nature ben ik nu eenmaal niet spontaan. Het uitvoeren van een grafische prent eist geduld en bedachtzaamheid en ook de ideeën, die ik erin tot uitdrukking wil brengen, komen meestal pas tot klaarheid na zorgvuldige overdenking. Ik breng mijn tijd dan ook veelal door in een stil atelier, en, hoe gunstig dat ook moge zijn voor de uitoefening van mijn beroep, het bevordert geenszins de welsprekendheid."
Ondanks de verschrikkingen van de oorlog kroop er eind februari 1943 toch iets van optimisme in Escher, gevoed door de natuur. Zo noteert hij op 20 februari in zijn agenda: 'twee vlinders en veel sneeuwklokjes om boerentuinen', en op de 22e: 'de eerste maal merelgezang.' Op 3 maart 1943 begint hij zelfs weer aan nieuwe prent. Voor deze litho, Reptielen, moet hij wel een steen lenen. De oplage was daarom ook maar 30 exemplaren.
In een brief aan zoon Arthur van 27 februari 1955 schrijft Escher over Light in August, een roman van William Faulkner uit 1932. In een vertaalde versie.
'..het Engels van deze heer is wel zo alle jezus en godsgruwelijk moeilijk, dat ik er zeker niets van zou snappen. Dankzij de Engelse lessen die je op het lyceum hebt gehad, zul jij het wel in het oorspronkelijke zien te begrijpen. Sinds jaren, waarschijnlijk sinds De Pest van Camus, las ik geen moderne roman die mij meer trof. Onder andere de psychologie van de moordenaar, enigszins te vergelijken met Dostojevsky's Raskolnikoff, hoewel volkomen anders, is zeldzaam boeiend. Daar heb je nou weer een van die zeldzame schrijvers op wie je als leek geen enkele aanmerking durft te maken en die het gehalte van het gros van zijn collega's hevig drukt.'
Hol en Bol is een Eschers bekendste werken, een verhalende prent die hij vol heeft gestopt met elementen die voor twee interpretaties vatbaar zijn. Bijna twee jaar later, in februari 1957, maakte hij een litho over hetzelfde onderwerp maar het beeld is hier een stuk kernachtiger.
Kubus met banden combineert een kubus die maar één interpretatie toe laat met een aantal objecten die zowel hol als bol en voor als achter kunnen zijn.
U heeft nog een paar weken om een aantal bijzondere houtgravures en houtsnedes van Escher te zien in Het Paleis. Op 12 maart gaan ze weer het depot in en dan komen er weer aantal nieuwe schatten tevoorschijn. Eerder bespraken we Sprinkhaan, Kathedraal van Doornik en Scarabeeën. Vandaag is er aandacht voor de houtsnede Sint Vincent, martelaar.
Op deze pagina uit Maurits' eigen fotoalbum spat het geluk ervan af. Hij en Jetta kennen elkaar sinds de lente van 1923. In een pension in Ravello hadden ze elkaar ontmoet en in de maanden erna groeide de liefde.
Al snel worden er huwelijksplannen gesmeed, hoewel dat vooral onder druk van beider ouders was. Het liefst hadden ze samen nog een tijdje zonder ballast de wereld ontdekt. Als Jetta in november 1923 met haar ouders naar Rome verhuist, gaat Maurits met ze mee. Hij kan haar niet missen. Deze serie is op 27 januari 1924 gemaakt in (waarschijnlijk) het huis van de familie Umiker aan de Via Nicotera in Rome. De uithangende lakens vormen een geïmproviseerde achtergrond voor de geliefden en de blikken die ze uitwisselen.
'Draaiommetjes in het bos'
Zo noemde Escher de wandelingen die hij vrijwel elke dag maakte na het avondeten. In de naoorlogse jaren bracht hij zo uren door in de Baarnsche en Vuursche bossen. Om zijn hoofd leeg te maken maar ook om het te vullen met nieuwe ideeën voor prenten. Vanaf 1951 begon hij die ideeën ook op te schrijven in zijn agenda. Zo noteerde hij dat jaar het volgende:
'Sporen van auto- en fietsbanden perspectivisch gezien, diagonaalsgewijze; Glooiende verdieping met water gevuld: plas. Daarin weerspiegelt zich de maan.'
Dit idee zou hij in februari 1952 uitwerken tot de houtsnede Modderplas. Hij omschreef de prent later zo:
'De wolkenloze avondhemel weerspiegelt zich in een modderplas die na een regenbui in een kuil van een bosweg is achtergebleven. Sporen van twee vrachtauto's, twee fietsen en twee voetgangers zijn in de drassige bodem afgedrukt.'