Hier haken we in op data uit het leven en werk van M.C. Escher, kriskras door de tijd maar toch actueel. Geniet het hele jaar door van achtergrondverhalen, anekdotes en weetjes over deze fascinerende kunstenaar.
Het is Dierendag, dus aandacht voor dieren in het werk van Escher. Moeilijk is het niet om er eentje te vinden. Het wemelt ervan in zijn werk, vooral in zijn vele vlakvullingen. Op talloze manieren weet hij vogels, vissen, hagedissen, paarden, honden, vlinders en allerlei soorten insecten aan elkaar te verbinden.
Vanwege onze laatste wissel, waarbij een aantal werken uit zaal 1 naar het depot is gegaan, is er nu een bijzondere serie van bij elkaar horende werken te zien: 9 (van de 25 in totaal) houtsnedes uit de Emblemata serie die Escher in 1931 heeft gemaakt.
Eerder lieten we hier al Paddenstoel zien uit die serie. Vandaag is er aandacht voor Vlinder. Hierin plaatst Escher een vlinder (een kleine vos, een koninginnenpage, wie weet het?) in een rijkgeschakeerd palet van bloemen en planten.
In september 1941 begon Escher aan de houtsnede Vissen, het eerste werk dat hij maakte in zijn nieuwe woonplaats Baarn. In zijn agenda schreef hij precies op hoe het proces verliep.
12 sep: 'bij nacht visschen-houtsnee-idee.'
13 sep: 'ermee begonnen.'
07 okt: '1e plank Visschen begonnen.'
16 okt: '2e plank Visschen begonnen.'
23 okt: '3e plank Visschen begonnen.'
De bevrijding van mei 1945 werkte voor Maurits Escher persoonlijk maar ook als kunstenaar bevrijdend. In de 2e helft van dat jaar maakte hij Balkon, Dorische zuilen, Drie bollen I en een houtsnede voor de Tijdelijke Academie in Eindhoven. Hij was ook nog bezig met de litho Toverspiegel, die in januari 1946 af zou zijn. In Drie bollen I, van september dat jaar, demonstreert hij op uiterst secure manier hoe je een driedimensionale vorm op het platte vlak kunt suggereren.
In september 1935 maakte M.C. Escher een houtsnede voor zijn neef ir. Anne Escher (1895-1971). Die was oprichter en directeur van Ir. Escher’s Constructiewerkplaatsen en Machinefabriek N.V. Het in 1925 opgerichte bedrijf zou uitgroeien tot een groot metaalbewerkingsbedrijf dat in de jaren 50 de grootste fabriekshal in Den Haag had.
In 1930 was de fabriek begonnen met het toepassen van elektrisch lassen. Maurits Escher gebruikte de lasser met zijn kenmerkende kap voor de houtsnede die als logo moest dienen voor het drukwerk van zijn neef.
In september 1956 ontwierp Escher een nieuwjaarskaart voor de PTT. Het motief met de gevleugelde enveloppen zou hij later (in iets aangepaste vorm) hergebruiken toen diezelfde PTT hem in 1967 vroeg of hij zijn Metamorphose II kon 'verlengen'. De bestaande 4 meter zou 7 meter moeten worden.
Op 2 september 1954 werd in Amsterdam het Internationaal Mathematisch Congres geopend. Dit is de grootste wiskundige conferentie ter wereld, eens in de vier jaar gehouden, waarop de beroemde Fields-medaille wordt uitgereikt. Ter gelegenheid van het IMC werd in het Stedelijk Museum een grote eenmanstentoonstelling over Escher gehouden. Het organisatiecomité, onder leiding van de Amsterdamse wiskundige professor N.G. de Bruijn, plaatste Escher op een voetstuk als een unieke schakel tussen kunst en wiskunde.
We hebben deze week een kleine wissel gehad. Een aantal werken in zaal 1 is naar het depot gegaan. Daarvoor in de plaats hangt nu een serie van bij elkaar horende werken: 9 houtsnedes uit de Emblemata serie die Escher in 1931 heeft gemaakt. Het is een bijzondere kans om zoveel van deze 'plaatjes met praatjes' bij elkaar te zien. Het zijn namelijk werken die voorzien zijn van een motto en een gedicht.
In december 1938 krijgt Escher van de Staat der Nederlanden een opdracht om 10 houtsneden van Delft te maken voor een boekpublicatie. Daar stond een flink bedrag tegenover: 800 gulden (ongeveer €7.500 nu). De inspiratie voor die opdracht kwam van de serie die Escher in 1934 had gemaakt over Rome bij nacht. Het boekje is er nooit gekomen maar de houtsnedes wel. Het resultaat is bijzonder omdat het de enige keer is dat hij een serie heeft gemaakt over een Nederlandse stad.
De vakantietijd is een periode van ontspanning, plezier en genieten. Voor de jachtige mens van nu, maar ook voor M.C. Escher. In de zomermaanden was hij vrijwel nooit aan het werk. Hij was met zijn gezin in Zwitserland, Frankrijk of in Italië, ging op vakantie met Jetta of met een van zijn zonen of maakte zeereizen met zijn vrouw of met vrienden. Of hij ging naar Nederland.