Hier haken we in op data uit het leven en werk van M.C. Escher, kriskras door de tijd maar toch actueel. Geniet het hele jaar door van achtergrondverhalen, anekdotes en weetjes over deze fascinerende kunstenaar.
2021 is voorbij en het is weer een bijzonder en onvergetelijk jaar geworden. Wij kijken terug op alle mooie dingen die wij dit jaar hebben mogen organiseren. Zo zijn er maar liefst vier tijdelijke tentoonstellingen te zien geweest in het museum, naast de permanente presentatie met de kunst van Escher! Alle beelden over tentoonstellingen, de activiteiten en de verdiepende verhalen op de website keren terug in deze speciale eindejaarsanimatie. Wij danken iedereen voor de aandacht en support het afgelopen jaar en hopen u ook in 2022 weer te mogen inspireren met onze verhalen en kunstwerken!
In november 1929 produceert Escher een prent die nu eens niet het directe gevolg is van een reis die hij datzelfde voorjaar had gemaakt. In de jaren 1925-1936 volgt hij een vast patroon waarin hij in het voorjaar door Italië reist, naar de Abruzzen, Sicilië, Calabrië of de Amalfitaanse kust. In de eerste jaren komen daar ook plaatsen bij rond zijn woonplaats Rome of in de nabijgelegen provincie Viterbo. Ook is hij op Corsica en in Spanje. In de herfst en winter die op die reizen volgen, werkt hij zijn schetsen en foto’s uit tot prenten. Maar in mei 1926 gaat dat anders.
Op 2 juli 1965 overleed journalist, dichter, criticus en essayist G.H. 's-Gravesande, bekend onder zijn roepnaam Hein. Hoewel Escher en hij op dat moment al meer dan 30 jaar bevriend waren, ging de kunstenaar niet naar de crematie. Hij werd opgeslokt door het werk aan de prent Knopen, een onderwerp waarin hij zichzelf helemaal had vastgebeten. Het zou 's-Gravesande niet verbaasd hebben. Hij publiceerde meerdere artikelen en een boekje over de man die hij ook als kunstenaar zeer waardeerde. Hein 's-Gravesande was een van de eerste critici die serieus aandacht had voor het werk van M.C. Escher en de graficus heeft veel aan hem te danken.
M.C. Escher was opgeleid als graficus. Hij was een kunstenaar, maar met dat woord heeft hij zijn hele leven moeite gehad. Hij plaatste zichzelf meer in de traditie van de kunstenaar als ambachtsman. Om grafiek te kunnen maken, was het eerst en vooral belangrijk om de benodigde technieken goed te beheersen. Dat gold voor hemzelf, maar ook voor collega’s. Hij kon het altijd erg waarderen als hij grafici trof die zich ook een meester toonden over hun vak. Hij omringde zich graag met deze ambachtslieden. De plek waar hij dit vooral deed was in hun eigen vereniging.
De laatste prent van de tentoonstelling Geniale grafici: Escher en zijn tijdgenoten is geen ode aan Escher, maar aan de eerste koninklijke bewoner van dit paleis: Koningin-Moeder Emma. In deze litho uit 1897 van Jan Toorop (1858-1928) ziet u Koningin-Moeder Emma en haar dochter Wilhelmina tijdens een bezoek aan de stad Gouda. De prent bevat allerlei objecten die te maken hebben met de Goudse industrie in die tijd, zoals pijpen en kaarsen. De litho is gemaakt in de kenmerkende art-nouveaustijl van Jan Toorop, die herkenbaar is aan zijn sterke contouren met sierlijke lijnen en uitbundige decoratieve elementen. Deze stijl werd in de volksmond ook wel de slaoliestijl genoemd, naar aanleiding van het iconische decoratieve affiche dat Toorop maakte voor de Nederlandsche Oliefabriek in Delft.
Al eeuwenlang maakt men prenten. Het is dus geen wonder dat er in de loop van de tijd een groot aantal grafisch technieken is ontstaan. Van houtsnede, kopergravure en mezzotint tot zeefdruk. Toch hebben veel grafische kunstenaars altijd een eigen draai weten te geven aan het eeuwenoude vak. Door te experimenteren maakten zij de weg vrij voor technologische verbeteringen, maar ook voor nieuwe manieren voor een kunstenaar om zich uit te drukken. Experimenteren gebeurde dan ook al vroeg. Al in de 17e eeuw drukte de kunstenaar Hercules Seghers zijn etsen af met olieverf, waarmee hij kleur bracht in de zwart-witte wereld van de ets.
Memento mori: deze oude Latijnse uitspraak herinnert de mens aan zijn sterfelijkheid. Dit gezegde is het sombere onderwerp van de simpele doch doeltreffende houtsnede van Julie de Graag (1877-1924). De Graag was een getalenteerd graficus en haar werk kenmerkt zich door een vergaande stilering. Beïnvloed door beeldhouwer Joseph Mendes da Costa en De Stijl-kunstenaar Bart van der Leck liet ze steeds meer details weg en werden haar lijnen eenvoudiger en doeltreffender.
De term ‘homo universalis’ is tijdens de Renaissance bedacht door de schrijver, filosoof en musicus Leon Battista Alberti (1404-1472). Leonardo DaVinci wordt veelal gezien als het archetype van deze alleskunner. In zijn geval was dat iemand die het complete wetenschappelijke spectrum beheerste. De Griekse filosoof Aristoteles (384-332 v.Chr.) wordt wel beschouwd als de eerste homo universalis. De term wordt nog wel eens misbruikt, maar Richard Roland Holst (1868-1938) zou je toch wel zo kunnen typeren. In de database van het RKD, het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, wordt hij beschreven als auteur, beeldhouwer, decorschilder, directeur van academie, etser, glasschilder, hoogleraar, illustrator, lithograaf, meubelontwerper, ontwerper, schilder, tekenaar, vervaardiger van houtsnedes en wandschilder. Een universeel man van de kunsten dus.
Portretten kennen een eeuwenlange traditie. In de tentoonstelling Geniale grafici: Escher en zijn tijdgenoten is een hele zaal aan dit onderwerp gewijd. In deze zaal bent u niet alleen aan het kijken, maar staren ook heel veel ogen naar de bezoeker terug: van Beethoven tot een gestileerde hond en van Eschers vrouw Jetta tot een Nederlandse generaal met één oog. Zodra de tentoonstelling opent voor publiek (hopelijk zo snel mogelijk!), kunt u hier kijken én bekeken worden.
Samuel Jessurun de Mesquita was een begenadigd kunstenaar, een schilder en graficus met een eigenzinnige signatuur die een bijzondere plek in de canon van de kunst inneemt. Maar hij is toch vooral de ontdekker van M.C. Escher, de man die ervoor zorgde dat de student Bouwkunde het vak koos dat hem wereldberoemd zou maken. De tovenaarsleerling zou zijn ontdekker gaan overvleugelen en rond De Mesquita werd het langzaam stiller. Op 31 januari 1944 werd hij door de nazi’s opgepakt. Hij overleed kort daarop in concentratiekamp Auschwitz. Escher was er kapot van en de dood van zijn leraar maakte grote indruk op hem. Tegenwoordig wordt de naam van Samuel Jessurun de Mesquita veelal direct gekoppeld aan die van Escher, maar over de leraar valt nog genoeg te zeggen.