Hier haken we in op data uit het leven en werk van M.C. Escher, kriskras door de tijd maar toch actueel. Geniet het hele jaar door van achtergrondverhalen, anekdotes en weetjes over deze fascinerende kunstenaar.
Op 4 juli 1935 verhuist het gezin Escher van Rome naar het Zwitserse Château-d’Oex. Noodgedwongen. Maurits wilde graag in Italië blijven maar hij had het steeds moeilijker met het opkomende fascisme. Toen zijn zoons in Mussolini-uniformen moesten gaan lopen was de maat vol.
Maar er was nog een reden. Bij hun jongste zoon Arthur werd tbc geconstateerd en het was beter voor zijn gezondheid als ze naar de bergen verhuisden. Nina, de zuster van Jetta, woont al met haar gezin in Zwitserland en zo kwam Château-d'Oex in beeld. Dit plaatsje ligt ten oosten van het meer van Genève en is omringd door hoge bergen. Het stille geïsoleerde Château-d'Oex verschilde in alles van het hectische Rome. Maurits en Jetta hadden grote moeite met de overgang, maar de kinderen konden prima aarden. Maurits stortte zich op zijn werk en juist vanwege het isolement in Zwitserland maakte hij veel vorderingen. Toch verhuisde het gezin twee jaar later al weer, nu naar het Belgische Ukkel.
Na hun vakantie bij de Schiblers in Steckborn reist het gezin Escher eind juni 1931 door naar Nederland. Jetta en de kinderen zouden er tot 1 en Maurits tot 18 september blijven. In deze drieënhalve maand werkte Escher aan zijn techniek en breidde die ook uit. Zo bracht hij een bezoek aan graficus, schilder en tekenaar Fokko Mees. Die leerde hem de mogelijkheden van het bewerken van kopshout met een burijn, de techniek dus van het houtgraveren. Escher kocht een graveerburijn met een loep om dit zeer fijne werk te kunnen maken. Het eerste resultaat was een uitnodigingskaart voor zijn tentoonstelling bij kunsthandel Liernur in Den Haag. Hij gebruikte de Leeuw van Sint Marcus op het piazza in Ravello als motief.
Zomer! Het is de langste dag van het jaar. Escher in Het Paleis wenst iedereen prachtige weken toe met veel zon en ontspanning. Maurits Escher zelf geeft het goede voorbeeld.
In juni 1931 was hij met zijn gezin in het Zwitserse Steckborn. Daar woonden Jetta's zus Nina en haar man Oskar Schibler, bij wie ze vaak hun zomervakanties doorbrachten. Het huis van de Schiblers lag aan het meer van Konstanz. Op deze pagina uit zijn eigen fotoalbums zien we Maurits met zijn zonen in de kano op het meer, genietend van de zomerzon en de heerlijke Zwitserse berglucht.
Vaderdag! Maurits Cornelis Escher was een kunstenaar maar hij was ook echtgenoot en vader. Uit zijn huwelijk met Jetta werden drie zonen geboren: George Arnold (23 juli 1926), Arthur Eduard (8 december 1928) en Jan Christoffel (6 maart 1938). Op de foto zien we hem ontspannen met oudste zoon George (die dan net twee is), samen in een strandstoel in de tuin.
Vandaag is Eschers geboortedag! Op 17 juni 1898 om 7.15 werd Maurits Cornelis Escher geboren in het kapitale huis van zijn ouders in Leeuwarden, in wat nu Keramiekmuseum Princessehof is. Niet dat hij zelf zoveel had met verjaardagen. Hij vond altijd dat het leven veel te kort duurde om alles te maken wat hij wilde maken.
Op 16 juni 1924 trouwt Maurits Escher met Jetta Umiker in de Italiaanse kustplaats Viareggio. Deze oudste dochter van de Zwitserse zakenman Arturo Umiker en de Italiaanse Enrichetta Cataneo was een ingetogen meisje dat hij ruim een jaar eerder in Ravello had leren kennen. Maurits was gefascineerd door de melancholische en ziekelijke Jetta. Hij dacht dat ze ongelukkig was en de verliefde jongeman hoopte haar gelukkig te maken. Niet direct door met haar te trouwens, overigens.
George Arnold Escher was 96 jaar oud toen hij op 14 juni 1939 overleed. Dat zijn dood nabij was, was dan ook geen verrassing voor zoon Maurits. Toch voelde het overlijden van zijn vader als een schok. Maurits was de laatste van vijf zonen (twee daarvan uit een eerder huwelijk) van vader Escher.
In mei 1933 maakte Escher een tocht over Corsica met zijn vrienden Giuseppe Haas-Triverio en Roberto Schiess. Op het toen nog woeste en onhergbergzame Corsica woonden destijds nog geen honderdvijftigduizend mensen. In een kleine vijf weken trokken de vrienden het eiland over. Te voet, per rijtuig en per bus*. Van het middeleeuwse stadje Nonza maakte Escher in de winter daarop een litho.
Op 6 juni 1935 ontvangt vader Escher een brief van zijn zoon waarin die meldt dat een rijke architect 10 prenten van hem heeft gekocht voor 900 lire. Daarvan kan hij bijna de kosten van de reis naar Sicilië betalen, die hij op dat moment maakt. Het is een hoogtepunt in wat voor Escher financieel gezien een rampjaar zou worden. Welke prenten Escher destijds aan de architect heeft verkocht, is niet bekend. Amalfitaanse kust, uit november 1934, is zeker een goede optie.
Op 31 mei 1919 werd Maurits Escher afgekeurd voor militaire dienst. Daarmee werd zijn plan om de HBS af te ronden, gedwarsboomd. Omdat hij gezakt was voor zijn eindexamen en dienstplichtigen alleen voor de onvoldoende vakken herexamen hoefden te doen, kon hij op die manier alsnog zijn diploma halen. Tijdens zijn diensttijd zou hij dan al in Delft met zijn studie voor bouwkundig ingenieur kunnen beginnen. Maar door zijn afwijzing zou hij nooit examens in Delft af kunnen leggen.
In mei 1954 werkt Escher aan Omhulsel. Hij is geïnspireerd door The Invisible Man, een sciencefictionroman uit 1897 van de Britse auteur H.G. Wells. Daarin is een onzichtbare man slechts zichtbaar door de omhulsels die hem bedekken. Escher maakt er zelf een vrouw van. Hij zocht een tijd naar de juiste compositie, met echtgenote Jetta als voorbeeld. In 1954 maakt hij eerst twee voorstudies om in mei 1955 tot een eindresultaat te komen.
Ontmoeting, van mei 1944, en Reptielen zijn de bekendere werken die Escher tijdens de oorlog heeft gemaakt. Hij beschrijft Ontmoeting zo:
'Uit de grijze wanden van een achterwand ontwikkelt zich een gecompliceerd patroon van witte en zwarte mensfiguurtjes. Aangezien mensen die willen leven op z'n minst een vloer nodig hebben om op te lopen, werd er een voor hen ontworpen, met een cirkelvormig gat in het midden opdat nog zoveel mogelijk van de achterwand zichtbaar blijft. Daardoor zijn zij tevens gedwongen om in een kring te lopen en elkaar op de voorgrond te ontmoeten: een witte optimist en een zwarte pessimist die elkaar de hand reiken.'
Gedurende 1937, 1938 en 1939 raakt Escher steeds meer gefascineerd door vlakvullingen, kringlopen en transformaties. In korte tijd maakt hij Metamorphose I, Ontwikkeling I, Dag en nacht, Kringloop, Lucht en water I en II en Ontwikkeling II. Allemaal houtsnedes, op Kringloop na. Deze prent uit mei 1938 is de enige litho.
Nadat Escher een deel van de bootreis met de Rossini langs de Italiaanse kust alleen heeft afgelegd, voegt zijn vrouw Jetta zich op 11 mei 1936 bij hem. Ze brengen een dag door in Genua waarna ze op 13 mei doorvaren naar Savona. Omdat ze daar maar kort liggen, gaat Escher niet van boord. Hij maakt een foto van een bootje dat naast de Rossini ligt vanuit de patrijspoort van hun hut.
In 1946 verdiept Escher in de mezzotint, een voor hem nieuwe techniek die hem boeit door de grote nuancering van licht naar donker die ermee te bereiken is. Hij maakt een aantal werken op basis van dit procedé, dat ook wel zwarte kunst wordt genoemd.
Begin 1955 werkt Escher aan een opdracht voor een bevrijdingsprent voor de viering van de 10e verjaardag van de bevrijding op 5 mei van dat jaar. Hij heeft er gemengde gevoelens bij, schrijft hij in een brief aan zoon Arthur:
"t Is maar wat je een opdracht noemt, want, als ik als ik het werk aanvaard, dan moet ik dat, voor m'n fatsoen, gratis doen. De vraag voor mij is, of het hele geval me niet te veel tijd in beslag gaat zal nemen, omdat ik nu eenmaal niet snel kan werken. Er zal eventueel een enorme oplage gedrukt worden (..), ik moet dus terdege op mijn tellen passen en niet 'maar zo' een prentje in elkaar flanzen. Ik krijg een maand bedenktijd en kan er dus nog van af, maar ik vrees dat ik wel zal moeten."
Op 27 april 1936 scheept Escher zichzelf vanuit het Italiaanse Fiume in op vrachtschip de Rossini. Eerder was hij per trein vanuit woonplaats Chateau d'Oeux naar Triëst gereisd. Met de Rossini vaart hij naar Venetië, Ancona en Bari. Op 2, 3 en 4 mei is hij in de Siciliaanse havenplaats Catania.
Van 2 tot 16 mei 1926 exposeert Escher 22 houtsnedes en zo'n 40 tekeningen in de zalen van het Palazetto Venezia in Rome. Hij maakt er dit affiche voor.
Op 27 april 1932 was Escher in het Siciliaanse Patti, samen met reisgenoot Giuseppe Haas-Triverio. De 22e vertrokken ze uit Rome waarna ze via Napels naar Palermo reisden. In vier weken maakten ze een intensieve rondreis over het eiland om uiteindelijk op 20 mei weer terug te keren naar de Italiaanse hoofdstad.
Vol indrukken, met een map vol tekeningen en een serie foto's. De tekeningen en de foto's zou Escher in de maanden daarna gebruiken als uitgangspunt voor een aantal nieuwe werken. De foto in Patti, andere foto's, een aantal tekeningen en diverse houtsnedes en litho's waren te zien in onze tentoonstelling Escher, close up.
Op 22 april 1932 vertrekt Maurits Escher naar Italië, samen met zijn vriend en schilder Giuseppe Haas-Triverio. Hun bestemming: Sicilië. Op het plein voor de kerk in Gangi vragen een paar straatjongens of ze soms dode priesters willen zien.
Vogels keren regelmatig terug in het werk van Escher, meestal in een van zijn vele vlakverdelingen. Zo ook in Zon en maan, een houtsnede uit april 1948. Toch is er iets bijzonders aan deze.
Om de vlakverdeling optimaal te krijgen, zijn de vogels, vissen, reptielen en andere vormen vaak hetzelfde. Maar de veertien witte en veertien blauwe vogels in deze prent zijn allemaal anders.
Rond 1946 raakte Escher gefascineerd door strakke meetkundige ruimtefiguren. Hij was geboeid door de regelmaat en de noodzakelijkheid van deze vormen, die voor de mens geheimzinnig zijn en niet helemaal te doorgronden. Hij werd daarin gestimuleerd door zijn broer, de geoloog prof. dr. Berend George Escher, die hem een exemplaar van zijn standaardwerk Algemene Mineralogie en Kristallographie (1935) gaf.
Escher maakte vanuit die fascinatie zowel hele kleine werelden (kristallen) als hele grote (sterren en planeten). Een van de mooiste planeten is Viervlak-planetoïde uit april 1954.
In 1922 maakt Escher eerst een reis naar Italië en in de herfst gaat hij per vrachtboot naar Spanje. Maar nog is zijn reishonger niet gestild. In november reist hij opnieuw naar Italië. Eerst naar Genua en Pisa, en op 15 november is hij weer in Siena. Hij is verrukt over het lichte blauw van de hemel boven de heuvels in Toscane. Hij is gelukkig.
Maurits Escher is al meerdere malen in Italië geweest, maar wanneer hij op 5 april 1922 in de trein stapt richting Florence is het toch anders. Waar eerder zijn ouders met hem mee reisden, wordt hij nu door zijn vrienden Jan van der Does de Willebois, Bas Kist en Jans zuster Alexandra (Lex) vergezeld.
In april 1980 wint Douglas R. Hofstadter de Pulitzerprijs voor fictie met zijn populairwetenschappelijke boek
Gödel, Escher, Bach: Een eeuwige gouden band.
Een metaforische fuga op mensen en machines in de geest van Lewis Carroll.
De thema's muziek, wiskunde, leven en intelligentie zijn in Gödel, Escher, Bach verweven op een manier die doet denken aan de fuga's van Bach of aan de prenten van Escher: thema's en patronen worden herhaald, keren op een vervormde wijze terug of gaan onverwachte verbanden aan. Daarnaast is het boek gewijd aan de wiskundige onvolledigheidsstelling van Kurt Gödel. Het zit vol zelfreferenties, woordspelletjes en puzzels. Het is een ambitieus boek dat niet op alle fronten is geslaagd maar het optimisme van Hofstadter en zijn drang de enorme veelheid aan kennis in de wereld te verkennen, maken dat je het steeds opnieuw wil lezen.
Hol en bol (maart 1955) heeft nachtmerrie-achtige kwaliteiten: waar is de ingang; gaan we naar boven of naar beneden; zijn we binnen of buiten?
In de eerste maanden van 1934 werkt Escher aan een reeks prenten van Rome bij nacht.
'Dat verwonderlijke prachtige nachtelijk Rome, waarvan ik zoveel meer houd dan van dezelfde architectuur overdag.'
Lente! Het leven begint, opnieuw. In de winter van 1925/1926 werkte Escher aan een serie van zes houtsnedes over de schepping, 'I sei giorni della creazione'.
De serie kon op veel waardering rekenen, zowel in Nederland als in Italië waar hij ze in mei 1926 exposeerde. Escher sloot de serie af met een houtsnede waarop hij de titels had verzameld en die bekroond werd met een groep vogels.
Escher heeft een aantal prenten gemaakt gebaseerd op het concept van de Möbius band, ontdekt door de Duitse mathematicus en astronoom Ferdinand Möbius (1790-1868).
Een Möbiusband is een ruimtelijk figuur dat onmogelijk lijkt maar toch echt kan bestaan. Escher speelde er al voorzichtig mee in zijn houtsnede Ruiter uit 1946 en zijn houtgravure Zwanen uit 1956. Band van Möbius I uit maart 1961 is de eerste volledige versie, waarin drie slangen elkaar in de staart bijten.
Escher bezocht Sicilië toen het nog ongerept was. Hij was er voor het eerst in het voorjaar van 1932, samen met zijn vriend en schilder Giuseppe Haas-Triverio.
Een van de plaatsen die ze bezochten is het klooster bij de kathedraal van Monreale. De kloostergang wordt beschouwd als een van de mooiste in Italië. In maart 1933 maakte Escher een houtgravure die is gebaseerd op dit bezoek.
Op 6 maart 1938 wordt Jan Escher geboren. Na George (1926) en Arthur (1928) is dit de derde zoon van Maurits en Jetta, een nakomertje. Net als voor Arthur maakt Escher zelf het geboortekaartje.
In maart 1932 maakt Escher een litho van een leeuw. Daar zit een verhaal achter.
In maart 1958 maakt Escher een achthoekige houtsnede met als titel Levensweg I. Pijlstaartroggen zwemmen rond in cirkels die steeds kleiner worden naarmate het hart van de compositie nadert.
In februari 1950 maakte Escher de litho Tegenstelling (Orde en chaos). In het midden van de prent is een perfect symmetrisch ruimtelijk figuur te zien: een vrijwel transparante sterdodecaëder die is samengevoegd met een glazen bol. Het object is omgeven door een ratjetoe aan gebroken of anderszins rommelige alledaagse objecten.
De titel zegt het al: het heldere kristal staat voor orde en regelmaat en de objecten daaromheen geven de chaos weer. Terugkijkend lijkt het alsof Escher iets voorvoelde toen hij deze prent maakte. Vanaf de jaren 50 zou zijn bekendheid sterk toe nemen en daarmee ook de chaos die op hem af kwam.
Escher maakte in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw vaak lange tochten door Italië ter inspiratie voor zijn werk. Samen met bevriende kunstenaars bezocht hij in de lente en de zomer ongerepte streken en maakte dan schetsen. In de winter daarop werkte hij een selectie daarvan uit tot prenten. In februari 1931 maakte hij deze litho van Santa Severina.
"Ik ben druk bezig met het overdenken van een alleraardigste opdracht die de PTT mij misschien wil geven."
Dit schrijft Escher in juni 1967 aan zijn oudste zoon George in Canada. De vraag was of hij zijn 4 meter lange Metamorphose II met nog eens 3 meter uit kon breiden. Voor het Hoofd Postkantoor aan het Kerkplein in Den Haag liet de Esthetische Dienst der PTT deze nieuwe 7 meter lange Metamorphose III vergroten tot 48 meter.
In maart 1923 ontmoet Escher het Zwitserse gezin Umiker in Ravello, Italië. Hij wordt verliefd op de jongste dochter Jetta. Maurits is gefascineerd door het mysterieuze meisje, met wie hij in gebroken Italiaans spreekt. Op 12 juni 1924 trouwen ze in Viareggio.
Escher was voor het eerst op Sicilië in het voorjaar van 1932, samen met zijn vriend en schilder Giuseppe Haas-Triverio. Van Palermo reisden zij naar de kust, rond de Etna, naar Randazzo en bezochten ze de lavaformaties bij Bronte. In iets meer dan een maand maakte hij wel drieëntwintig schetsen. En natuurlijk talloze foto’s.
In de legende van Ys wordt een onder de zeespiegel gelegen mythische stad voor de Bretonse kust slachtoffer van de golven als de door liefde verblinde koningsdochter de poorten opent voor haar minnaar en het water binnenstroomt. Volgens de legende doemen de contouren van de verzonken kathedraal nog af toe op uit de mist en lijken de klokken nog te luiden.
In het Escher-archief van het Gemeentemuseum Den Haag ligt een klein voorleesboekje uit 1898, Eschers geboortejaar. De zonen van Escher werden veel door hun vader uit dit boek voorgelezen.
Oudste zoon George heeft sterke herinneringen aan de:
"koortsige nachten, liggende in mijn kinderbedje, terwijl vader, voorlezende bij het licht van een half toegedekte lamp, mij in slaap probeerde te krijgen."
Hij noemt speciaal het verhaal 'de Verloren Prinses' waarvan het slot de inspiratie zou vormen voor voor de prent Luchtkasteel uit januari 1928. Oud-conservator Mickey Piller gaat op zoek naar het ontstaan van deze bijzondere houtsnede.
Naast de verkoop van zijn prenten verdiende Escher geld met het uitvoeren van opdrachten. Zo ontwierp hij onder andere patronen voor een glazen plafond bij Philips, houten panelen voor het raadhuis van Leiden en een geveltableau voor een middelbare school in Den Haag. Vaak gebruikte hij op de een of andere manier een vlakvulling voor deze opdrachten.
De winter van 1935/1936 was voor Escher geen goede tijd. Bij Arthur, de tweede zoon, zijn in het voorjaar van 1935 tuberculosebacillen in het bloed gevonden. De gezondheid van George, de oudste zoon, laat ook te wensen over en dus werd na ampel beraad het besluit genomen om te vertrekken uit Rome. De heldere berglucht zal hen goed d
Op 12 juni 1924 trouwt Maurits Cornelis Escher met Giulietta Umiker, roepnaam Jetta, in het Italiaanse badplaatsje Viareggio, niet ver van Pisa. Vier dagen later, op 16 juni, vond op het dringende verzoek van Jetta een kerkelijke inzegening plaats in een kamer van een katholieke school. Twee Italiaanse nonnen waren getuigen.
Escher maakte toen hij in Italië verbleef ieder jaar in de lente een lange voettocht door een gebied in Italië. Lopen in de bergen was toen avontuurlijker dan nu. Soms ging hij alleen op pad, maar soms ook met een vriend of vrienden. Ze reisden als heren. Als er veel werd geklommen, huurden ze een lokale man met een pakezel of muildier.
Op 25 november 1950 dicteerde Ir. L.C. Kalff, de directeur artistieke zaken van Philips, een brief:
"Waarde Escher,
Drie en dertig jaar geleden tekenden wij samen de studenten-almanak van Delft vol. Sindsdien mocht ik niet meer het genoegen te hebben met je samen te komen, maar ik volgde wel jouw Metamorphose van aspirant architect tot grafisch kunstenaar. Ik kom thans bij je met een vraag die, naar ik hoop, je zal interesseren. Wij moeten met grote spoed een soort museum en ontvangstruimte inrichten in het oude fabriekje van 1891 voor het 60-jarig jubileum van Philips dat in Mei 1951 gevierd zal worden."
Door het werk van vader Escher woonde het gezin sinds 1903 in Arnhem aan de Utrechtsestraat 19. In 1912 wordt Mauk op de Lorentz HBS in de Schoolstraat geplaatst. In een interview in 1968 beschrijft Escher zijn middelbare schooltijd als de 'Arnhemse Hel'. Escher ging veel wandelen in de omgeving. Op zijn tochten zal hij vaak langs de spoorbrug over de Rijn bij Oosterbeek zijn gekomen.
De jonge Escher reist in 1922, nadat hij in Haarlem zijn opleiding tot graficus heeft afgemaakt, voor een tweede maal naar Italië. Een jaar eerder was hij door zijn ouders meegenomen naar Zuid-Frankrijk, vervolgens reisden ze verder naar Florence. Op 5 april 1922 vertrekt Escher nogmaals uit Arnhem naar Florence. Zijn beste vrienden, Jan van der Does de Willebois en Bas Kist, vergezellen hem.
Een van Eschers beroemdste prenten is Hand met spiegelende bol, een litho uit 1935. Vaak wordt het werk ook Zelfportret in bolspiegel genoemd. Wat is nu leuker dan juist in de kersttijd hier eens extra naar te kijken?
Escher was een wandelaar en een kijker zoals steeds weer blijkt. In de eerste Italiaanse jaren maakte hij ieder voorjaar een lange trektocht. Hij schreef zijn vriend Bas Kist dat hij dit nodig had om bij te komen van een jaar werken. Hij liep door de toen nog onherbergzame streken zoals de Abruzzen en Calabrië in het zuiden.