Hier haken we in op data uit het leven en werk van M.C. Escher, kriskras door de tijd maar toch actueel. Geniet het hele jaar door van achtergrondverhalen, anekdotes en weetjes over deze fascinerende kunstenaar.
Begin november 1957 legt Escher de laatste hand aan zijn houtgravure en houtsnede Draaikolken. Hij gebruikte hiervoor een nieuwe druktechniek; hij sneed één blok, dat hij op hetzelfde stuk papier in twee kleuren afdrukte.
Twee rijen kop aan staart zwemmende vissen vullen samen de ruimte. De rode rij heeft exact dezelfde vorm als de grijze, maar is 180 graden gedraaid.
Mede onder invloed van zijn vriendschap met Bas Kist ging Mauk Escher zich in 1917-18 steeds meer toeleggen op zijn tekenkunsten. In Bas had hij een gelijke gevonden die net zo veel tekende. Samen gingen ze ook op zoek naar de geheimen van de linoleum- en houtsnede. Tekenen en druktechniek waren voor de twee belangrijker geworden dan school.
Mauk stuurde afdrukken van zijn eerste linoleumsneden naar de gerenommeerde schilder, etser en houtsnijder R.N. Roland Holst (1868-1938).
Terwijl Europa aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog stond, begon Escher in oktober 1939 aan zijn grote 'Metamorphose II' (19,5 x 400 cm). Hij werkte er bijna zes maanden onafgebroken aan. In die maanden schreef hij meerdere brieven aan zijn vriend Hein 's-Gravezande waarin zijn obsessie met de houtsnede duidelijk naar voren kwam. Zo schreef hij gedetailleerd over zijn bedoelingen en werkwijze en hij associeerde vrijelijk over de mogelijke betekenis van de kleuren, de vissen, de bijen, de vogels en de (saraceense?) toren.
De magazines Time en Life publiceerden in 1951 een interview met M.C. Escher, beiden gemaakt door de journalist Israel Shenker. Die publicaties hadden de internationale interesse voor zijn werk al aangewakkerd, maar in 1954 zou het pas echt uit de hand lopen. In september had Escher al een succesvolle solotentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam gehad. In oktober gevolgd door een net zo geslaagde in de Whyte Gallery in Washington D.C. Hij verkocht er 86 van de 114 prenten (voor ruim 13.000 gulden), een resultaat dat nog nooit door een Nederlandse graficus in de VS was behaald.
Op 6 september 1919 begon Maurits Escher met zijn lessen in de bouwkunde aan de in 1879 opgerichte School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten aan de Dreef in Haarlem. Na een week had hij al een ingrijpende beslissing genomen: hij ging stoppen met bouwkunde en hij zou overgaan op de studie grafische kunsten.
Die beslissing werd vooral ingegeven door de steun van zijn grafische leraar Samuel Jessurun de Mesquita. Die zag het talent van de 21-jarige, die hem die week wat van zijn werk had laten zien.
In oktober 1956 maakte Escher de houtgravure Kleiner en kleiner. Het is de meest gedetailleerde van al zijn werken. De ultieme getuigenis van zijn kunnen.
In zijn eigen woorden:
"Het oppervlak van elk reptielvormig element van dit patroon wordt systematisch en continu gehalveerd in de richting van het centrum, waar theoretisch zowel het mateloos kleine formaat als het oneindig grote aantal wordt bereikt. In de praktijk echter komt een houtgraveur gauw aan het einde van zijn doorzettingsvermogen. Hij is afhankelijk van vier factoren: de kwaliteit van zijn houtblok, de scherpte van zijn instrument, de vastheid van zijn hand en zijn gezichtsvermogen (goede ogen, veel licht en een sterk vergrotende lens). In het onderhavige geval werd de halvering der figuren ad absurdum doorgevoerd. Het kleinste dier dat nog een kop, een staart en vier poten heeft, is circa 2 mm lang."
In de herfst- en wintermaanden van 1930-1931 was Escher bijzonder productief. In het voorjaar had hij een reis door de Italiaanse provincies Campanile en Calabrië gemaakt, samen met zijn vrienden Giuseppe Haas-Triverio, Roberto Schiess en Jean Roussett. Zijn indrukken werkte hij van oktober tot februari uit in een hele serie houtsnedes en litho's. 13 stuks in totaal. De houtsnede van Palizzi in Calabrië is de eerste van de serie.
Escher heeft het onherbergzame eiland Corsica meerdere malen bezocht. Hij was gefascineerd door de rotsformaties, de hoogteverschillen, de bergmassieven, kloven, rivieren, baaien en kusten. Hij maakte er vele tekeningen en foto's en zijn reizen hebben tot een hele serie houtsnedes, houtgravures en litho's geleid.
Het is Dierendag, dus aandacht voor dieren in het werk van Escher. Moeilijk is het niet om er eentje te vinden. Het wemelt ervan in zijn werk, vooral in zijn vele vlakvullingen. Op talloze manieren weet hij vogels, vissen, hagedissen, paarden, honden, vlinders en allerlei soorten insecten aan elkaar te verbinden.
Vanwege onze laatste wissel, waarbij een aantal werken uit zaal 1 naar het depot is gegaan, is er nu een bijzondere serie van bij elkaar horende werken te zien: 9 (van de 25 in totaal) houtsnedes uit de Emblemata serie die Escher in 1931 heeft gemaakt.
Eerder lieten we hier al Paddenstoel zien uit die serie. Vandaag is er aandacht voor Vlinder. Hierin plaatst Escher een vlinder (een kleine vos, een koninginnenpage, wie weet het?) in een rijkgeschakeerd palet van bloemen en planten.